We onderscheiden zes niveaus die belangrijk zijn om te begrijpen en te gebruiken als leidraad voor een individu of een groep.

• Omgeving. Dit is het basisniveau, waar alles gebeurt en dat de manier waarop we ons gedragen sterk kan beïnvloeden. Denk aan een lawaaiige omgeving waar het moeilijk is om je te concentreren.
• Gedrag. Hier houden we ons bezig met de acties die we ondernemen en de patronen en trends die we vertonen. Gedrag wordt sterk beïnvloed door de omgeving, maar ook door de andere niveaus.
• Vermogens. Hier hebben we het over de kennis en technieken die we gebruiken om ons gedrag te veranderen. Capabilities zijn niet tastbaar, maar manifesteren zich in gedrag.
• Waarden en overtuigingen. Hier hebben we het over de diepere drijfveren die ons gedrag sturen. Waarden en overtuigingen zijn de bouwstenen van ons mentale model van de wereld en bepalen hoe we in de wereld staan en met onszelf en anderen omgaan.
• Identiteit. Hier gaat het om de rollen die we aannemen en hoe we die vervullen. Dit beïnvloedt sterk onze waarden en overtuigingen en bepaalt ons gedrag en de vaardigheden die we inzetten.
• Spiritualiteit. Hier hebben we het over de visie die ons leven in een bepaalde richting stuurt en ons een gevoel van betekenis en richting geeft.

Het is belangrijk om te begrijpen dat alle niveaus met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden. Door met de logische niveaus te werken, kun je ervoor zorgen dat veranderingen op een dieper niveau worden doorgevoerd en dat de veranderingen blijvend zijn.

Met de Logische Niveaus heb je een handig model om open vragen te stellen om inzicht te krijgen in verschillende processen binnen een individu of groep. Elk niveau heeft een typische woordenschat en door goed te luisteren en vragen te stellen, kun je afleiden op welk niveau bepaalde processen plaatsvinden.